Ik de leerkracht
Voordat ik het afgelopen college wil bespreken, wil ik als leerkracht even ingaan op de komende staking op dinsdag 6 maart. In het afgelopen college hebben we gemerkt dat differentiatie in het onderwijs belangrijk is. Differentiatie is van groot belang voor een goede kennisopname. Dit wordt iedere leerkracht of docent geleerd wanneer hij of zij onderwijskunde en pedagogiek volgt. In deze tijden van bezuinigingen wordt deze kennis echter achter ons gelaten. Er wordt bezuinigd op onder andere passend onderwijs. Kinderen zullen hierdoor minder persoonlijke begeleiding en ondersteuning krijgen. In plaats daarvan moet het in de klas opgelost worden. 30 kinderen met ieder specifieke leerstijlen, intelligenties (wat betreft IQ, maar ook wat betreft Howard Gardner's
meervoudige intelligenties), karakters en stoornissen worden onder de hoede van 1 leerkracht gebracht, nagenoeg zonder ondersteunend personeel zoals bijvoorbeeld een Remedial Teacher. Om het onderwijs gedifferentieerd te houden, wordt voor ieder vak en voor ieder kind (of gelijkgestemde groep kinderen) een handelingsplan opgesteld. Wat kan dit kind, welke leerlijn zal hij of zij moeten of kunnen volgen? Welke speciale aanpak is daarvoor nodig, die aansluit op de leerstijl of intelligentie van het kind? Dit is ontzettend veel druk op de schouders van één leerkracht. Daarom zal op 6 maart aanstaande het basisonderwijs, speciaal basis- en voortgezetonderwijs en het VMBO gaan staken. De bereidheid tot staken is dan ook groot in onderwijsland (
http://www.aob.nl/default.aspx?id=12&article=48180). Voor meer informatie kun je kijken op
http://www.cnv.nl/nieuws-van-de-bonden/author/cnv-onderwijs/.
Ik de student
Zoals uit de eerste blogs van studenten, en ook die van mij bleek, was er tijdens het eerste college Mediawijsheid aardig wat weerstand. Om dit voor de volgende lichting studenten te voorkomen, vroeg Dhr. van Driel ons college 1 onder de loep te nemen, wij zijn immers de Pilotgroep en daarom zijn wij een belangrijk onderdeel in het ontwikkelproces voor deze cursus. We werden ingedeeld in vier groepen, die per groep studenten met de vier verschillende leerstijlen bevatte. Ons groepje bestond bijvoorbeeld uit 2 denkers, 2 doeners, 1 beslisser en 4 bezinners. Het bleek een vruchtbare werkvorm. Iedere student kreeg de kans verbeterpunten te geven en elkaar ook wat beter te leren kennen. Dit kwam direct de sfeer in de gehele groep ten goede die in het laatste kwartier van college 5 gezellig en open aanvoelde.
Als doener had ik 'gedaan' wat er van mij gevraagd werd als voorbereiding voor het college. Ik schreef een korte analyse, over waar volgens mij de schoen wrong tijdens het eerste college, en heb (als een echte juffrouw) een collegevoorbereiding gemaakt, waarmee college 1 op een gedifferentieerde manier uitgevoerd kan worden. Ik zou liever de inhoud van college 1 over twee colleges zou verspreiden, om meer rust te creeëren in de opbouw. Voor de opdracht moest het echter in 1 college, dus vandaar dat het college strak in de planning zit. Tijdens het geven van feedback in de groepen kwam veel van wat de andere leerstijlen verlangden van een eerste college terug in mijn collegevoorbereiding. Ik ben het differentiëren gelukkig nog niet verleerd!
Rogers
In 1962 publiceert Everett M.
Rogers het boek ‘Diffusion of Innovations’ waarin hij de wijze waarop men
omgaat met vernieuwing weergeeft. Volgens Rogers worden vernieuwingen niet
zonder meer door iedereen aangenomen en geaccepteerd. Daar gaat in het algemeen
een proces aan vooraf.
“Volgens Rogers verloopt het
acceptatieproces – dat in snelheid verschillend verloopt – volgens vijf fasen:
- Knowledge. Je moet eerst kennis hebben
over het nieuwe medium.
- Persuasion. Overtuiging van nut, het
formeren van een positieve of negatieve attitude.
- Decision. Het besluit het nieuwe medium
wel of niet te adopteren.
- Implementation. Het daadwerkelijk introduceren
van het product of dienst.
- Confirmation. Herziening of bevestiging van
de eerder genomen beslissing.
Volgens Rogers is de fase van ‘Persuasion’ het
meest cruciaal. Tijdens deze fase vormt zich een beeld van de innovatie. Een
gebruiker moet eerst overtuigd zijn van de mogelijke meerwaarde van het nieuwe
medium ten opzichte van oude media, voordat hij kan besluiten deze te
adopteren." H. v. Driel (2005)
Rogers
en het eerste college Mediawijsheid
Wanneer we deze informatie van
Rogers bekijken met het oog op het eerste college Mediawijsheid dan blijkt dat
er een aantal stappen zijn overgeslagen in het acceptatieproces voor
vernieuwingen (in dit geval de verschillende nieuwe media).Vanuit deze kennis
wordt al snel duidelijk dat we nog voor college 1 zijn begonnen met de implementation van allerlei nieuwe media.
Voor aanvang van het eerste college moesten de studenten zich namelijk
aanmelden voor een groot aantal nieuwe media. De keuze of beslissing (decision) werd ons zelfs ontnomen omdat
het verplicht was. Logischerwijs zijn de meeste mensen die zich moesten
aanmelden voor de nieuwe media in eerste instantie in de Resistancefase van het
ARIA-patroon Van Driel geschoten. Het ARIA-patroon is het patroon dat zichtbaar
is wanneer er vernieuwingen op het pas van mensen komt. Bij ieder nieuw medium
dat geïntroduceerd is, worden een aantal fasen doorlopen, namelijk Amazement
(verwondering), Resistance (weerstand), Imitation (imitatie) en Authenticity
(iets eigen maken of authenticiteit). Amazement en Resistance zijn fasen die de
mensen waaraan het medium geïntroduceerd worden door heen moeten, voor dat het
medium zelf in de laatste twee fasen terecht kan komen, namelijk dat hij
geïmiteerd wordt en uiteindelijk zijn authenticiteit vindt. Er waren bij het
eerste college Mediawijsheid met de introductie van de nieuwe media twee erg
belangrijke stappen overgeslagen die volgens Rogers van belang zijn in het accepteren
of adopteren van een bepaalde nieuwe media waardoor de studenten nog voor het
college begon in de Resistancefase zaten, namelijk knowledge en persuasion.
Aan de basis van de
cursus moet niet de implementationfase staan,
maar de persuasionfase. De studenten
moeten aan het einde van de cursus zelf overtuigd zijn van de voor- of nadelen
van de verschillende nieuwe media, zodat zij die in hun verdere carrière (op de
universiteit of op het werkveld) al dan niet zullen gaan inzetten.
Zoals eerder gezegd
is de belangrijkste fase van het acceptatieproces volgens Rogers de persuasionfase. Maar om ‘overgehaald’ te
kunnen worden om een product te gebruiken (want ook de nieuwe media zijn
producten) is kennis over het product vereist. Zeg nu zelf, als je een koelkast
koopt, dan oriënteer je je ook eerst op de markt? Wat is het? Wat kan het?
Welke functies hebben koelkasten? Welke functies heb ik nodig? Genoeg vragen
die je eerst moet beantwoorden voor je een product aanschaft of gaat gebruiken.
Hier komen de leerstijlen van Kolb van pas. Niet iedereen gaat op dezelfde
manier te werk. Het is belangrijk iedereen de mogelijkheid te geven om gedurende de cursus op
zijn eigen manier uit te zoeken wat de nieuwe media producten zijn. Wanneer zij
die kennis op hun eigen manier hebben binnengehaald, kunnen zij deze kennis
zelf vertalen naar overtuiging. Wanneer kennis aanwezig is over het product,
moet de overtuiging komen dat het product je ook iets oplevert. Heeft het meer
voordelen dan nadelen? Ben ik er blij mee of juist niet? Om de weerstand door
het nemen van te grote stappen zo veel mogelijk te voorkomen is het dus
belangrijk om in college 1 (of verspreid over twee colleges) de eerste twee stappen te doorlopen (knowledge en persuasion) met de studenten
als introductie van de cursus, die in zijn geheel in het teken zal staan van de
persuasion. Bovenaan staat dan ook dat voor volwassen studenten een veilige leeromgeving net zo hard nodig is om te kunnen leren als voor kinderen.
Kort over Kolb
Om
overtuigd te raken van nieuwe media is kennis nodig. Die kennis wordt door
studenten vergaard op hun eigen manier. Iedere student heeft een eigen
dominante leerstijl Gedurende de cursus worden opdrachten gegeven die de
verschillende leerstijlen benaderen. Op momenten wordt de ene leerstijl
dominanter in een opdracht gevergd van een student, op andere momenten zijn
andere leerstijlen dominanter voor een opdracht nodig.
“Mensen verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Leren is
op te vatten als een proces dat uiteindelijk leidt tot gedragsverandering. In
dit proces zijn verschillende fasen te onderscheiden, zoals het verzamelen van
informatie, het toetsen van nieuwe inzichten of het nadenken over dingen die je
overkomen. De psycholoog Kolb deed onderzoek naar verschillende manieren van
leren van mensen en hij onderscheidde er vier, die hij als fasen die van elkaar
afhankelijk zijn kon vastleggen. Deze vier leerfasen kunnen worden beschreven
in termen van de vaardigheden die bij die fasen horen.
* Concreet ervaren ('feeling')
* Waarnemen en overdenken ('watching')
* Abstracte begripsvorming ('thinking')
* Actief experimenteren ('doing')
Deze vier fasen volgen logisch op elkaar: als je iets meemaakt (ervaring) is
het belangrijk daarna je ervaringen te overdenken (reflectie) en te
veralgemeniseren (begripsvorming). Je kan dan een aanpak bedenken waarmee je
een overeenkomstige gebeurtenis tegemoet kan treden (experimenteren).
Als je die nieuwe aanpak, dat geleerde gedrag, daadwerkelijk
gebruikt doe je weer nieuwe ervaringen op (concrete ervaring) waarover je weer
kan nadenken (reflectie), zodat je nieuwe inzichten krijgt (begripsvorming). Op
grond van het model is het mogelijk allerlei verschillende leerervaringen te
ordenen. Kolb beschreef een ideaal leermodel (dat betekent dat je volgens dat
model je leren kunt structureren). De vier fasen herhalen zich volgens Kolb
voortdurend in deze volgorde. Dit leermodel valt dan ook te zien als een
cyclisch model (beter nog een spiraal, want het niveau stijgt):”
Welke leerstijl heb ik zelf?
Ik
heb zelf de Kolb leerstijlentest ook afgenomen en blijk een Doener te zijn. Ik
had dat zelf niet gedacht. Ik heb deze test namelijk ooit eerder afgenomen en
toen was ik nog Bezinner. Ik ben dus van leerstijl veranderd. Wanneer we de
logica van Kolb echter meenemen is dat logisch. Een mens ontwikkelt zijn eigen
leerstijl naarmate hij ouder wordt en meer (leer)ervaringen opdoet. Ik ben een
doener die concreet en actief leert. Deze opdracht past dan ook zeer goed bij
mij, even als het gebruiken van de verschillende nieuwe media en het schrijven
van een Blog. Ik neem kennis op door een praktische toepassing te vinden voor
de kennis, om vervolgens meer kennis op te doen.
Toepassing
Studenten krijgen in college 1 de mogelijkheid om
met studenten die gelijke leerstijlen hebben de voor en nadelen uit te zoeken
van een nieuw medium die uit de voorkennis van de studenten is verzameld. De
kennis wordt gedurende de cursus verdiept, waardoor we dus onder andere in de knowledgefase zitten. Wat echter het
hoofddoel zal zijn van de cursus is de persuasion
van de studenten voor gebruik van nieuwe media. Met kennis komt namelijk ook
overtuiging. Niet het implementeren is belangrijkst, maar het aanbieden van
kennis en overtuigingen (voornamelijk ook door uitproberen van de verschillende
media door de studenten zelf) waarna zij aan het einde van de cursus een keuze
kunnen maken (decision) om de media
te gaan gebruiken. Hierna volgen de stappen implementation
en confirmation vanzelf. De opdrachten
in de cursus die er al waren, zijn goed afgestemd op de verschillende
leerstijlen en bovendien passen deze ook bij de verschillende gebieden waarnee
de persuasion eerder tot een positief
einde komt. Dit draagt dus allemaal bij aan de persuasion van de studenten. College 1 zal dus een inleidende basis
vormen voor de knowledge en persuasion die gedurende de cursus
verder uitgediept zal worden. Ik heb een collegevoorbereiding
toegevoegd, waarmee volgens mij de cursus Mediawijsheid een prettige kickstart
krijgt voor alle soorten studenten.
Collegevoorbereiding
College 1 Mediawijsheid
Materialen:
|
Een
lokaal met computers
Een
Activ Board of Digitaal schoolbord o.i.d.
|
Doel:
|
·
De
studenten hebben aan het einde van het college de nodige kennis over
verschillende nieuwe media die beschikbaar zijn in de samenleving waarin zij
verkeren, zodat zij zich in de loop van de cursus een mening kunnen vormen
over deze verschillende media.
·
De
studenten kunnen korte beschrijvingen geven van de voor- en nadelen van een
door hen uit te zoeken nieuw medium.
|
Voorbereidende
opdracht van studenten voor aanvang college 1:
|
Verdiep je in het
aanbod van nieuwe media en bekijk wat
je met die verschillende sociale media kan doen.
Bestudeer de
Thesis van Kolb en doe de Kolb leerstijlentest.
|
Beginsituatie
studenten:
|
-
De
studenten hebben gezamenlijk een aanbod van nieuwe media verzameld, waar ze
globaal van kunnen vertellen wat je ermee kan doen.
-
De
studenten hebben nog niet voldoende kennis om een gefundeerde mening te
vormen over de verschillende nieuwe media.
-
De
studenten hebben de Kolb leerstijlentest gedaan.
-
|
Inleiding (20
minuten): Introductie cursus
|
-
Het
college wordt ingeleid met een korte voorstelronde, waarin iedereen zich kan
voorstellen en de leerkracht zich kort voorstelt.
-
Er
volgt een introductie van het doel van deze cursus. Aan het einde van de
cursus zijn studenten bekwaam in het gebruik van verschillende nieuwe media,
en dan met name sociale media. Studenten kunnen een gefundeerde beslissing
maken om na de cursus al dan niet gebruik te maken van een bepaalde
mediavorm.
-
Na
de introductie van het doel van de cursus, wordt verteld hoe de rest van dit
college zal gaan verlopen.
|
Kern (45
minuten): Knowledge
|
25
minuten: (voorkennis aanboren)
-
We
beginnen met een korte verzameling van de gevonden nieuwe media, waarna we
klassikaal de verschillende sociale media gaan bespreken. Wat is het, waar
kun je het voor gebruiken, wordt het op dit moment gebruikt? Hoe en door wie
allemaal? Wat weet je er al van? Wanneer er belangrijke nieuwe media niet
genoemd worden zal de docent deze kort bespreken.
20
minuten: (kennis verdieping)
-
Vervolgens
gaan de studenten tijdens het tweede deel van de cursus in groepen werken,
waarin ze één van de nieuwe media gaan bespreken, en er de voor en nadelen
voor gaan opzoeken. De groepen worden ingedeeld op basis van leerstijl, zodat
zij op hun eigen manier kunnen gaan zoeken naar informatie over hun nieuwe
medium.
|
Slot (25
minuten): Persuasion
|
(Overtuigen/beargumenteren)
-
Er
volgt per groep een korte argumentatie van de voor- en nadelen van het nieuwe
medium.
-
De
docent zal vertellen dat er in de komende cursus verschillende nieuwe media
uitgeprobeerd gaan worden, zodat iedereen aan het einde van de cursus een
gefundeerde beslissing kan maken over het al dan niet gebruiken van de
verschillende media in het werkveld later.
|
Literatuur:
Driel, van, H. (2005) ‘Een veranderend
medialandschap’, in Digitale communicatie. Amsterdam: Boomonderwijs, p. 35-68