vrijdag 10 februari 2012

College 3. "It Ain't Over 'till the Fat Lady Sings"

Taal geeft de wereld om ons heen betekenis. De wereld is veranderlijk, en dus is het belangrijk dat taal mee verandert. Als iemand uit het Nederland van 1912 via een tijdmachine in Nederland 2012 zou binnenstappen, dan zou deze persoon veel woorden niet kennen. De snelheid van de taal, maar vooral de technische benamingen die gepaard gaan met de 2.0 en beginnende 3.0 samenleving zou de oren van deze persoon vermoedelijk doen klapperen. De gemiddelde digibeet heeft al moeite met het volgen van Alexander Klöpping in De Wereld Draait Door, wanneer hij de nieuwste gadgets en app's de revue laat passeren. We grijpen vaak terug op de al bestaande woorden om een nieuw fenomeen een herkenbare betekenis te geven. Hetzelfde geldt voor nieuwe termen.
In college 3 kregen we het ARIA-patroon aangeboden. Aria volgens Wikipedia geeft het volgende resultaat:

"De term aria betekent nu vrijwel uitsluitend een compositie met aanwijsbare begin en eind voor één stem met gewoonlijk orkestbegeleiding. Meestal is dat dan een onderdeel van een opera; maar er zijn vele voorbeelden van aria's die een onderdeel zijn van een cantate of een oratorium. De tekst van een aria is vaak beschouwend: een (vaak niet nader genoemde) commentator bezingt zijn of haar reflectie op het thema van het muziekstuk."

Wanneer we dit vergelijken met het ARIA-patroon dat dhr. Van Driel ontwikkeld heeft, blijkt het overeenkomsten te hebben met de Aria. Een begin en eind, beschouwend, reflectie. Het heeft de kenmerken die het ARIA-patroon ook heeft.
Het ARIA-patroon is het patroon dat een mens of gemeenschap doormaakt wanneer er iets nieuws op hun pad komt.
A=Amazement. Men is eerst verbaasd en verwonderd over het nieuwe.
R-Resistance. Men voelt weerstand voor het nieuwe.
I=Imitation. Men imiteert het nieuwe.
A=Authenticity. Men maakt het nieuwe zich eigen. Geeft het iets authentieks.

Het patroon is een overgangsperiode van begin naar eind. Het begin van het nieuwe tot het eind, waarin het nieuwe niet meer nieuw is, maar eigen. Het patroon kan vervolgens weer ingezet worden voor het volgende waar wij ons over kunnen verwonderen.
Hetzelfde patroon kan ingezet worden bij cultuur. De werken van de meester kunstenaars (of het nou regisseurs, muzikanten, auteurs, beeldende kunstenaars of misschien wel architecten zijn) worden eerst verwonderd aanschouwd en wellicht goed ontvangen door critici, er wordt weerstand aan geboden door het grote publiek, andere kunstenaars zullen gaan imiteren en vervolgens wordt het door het publiek eigen gemaakt. Het wordt mainstream. Alles is ooit begonnen als nieuw, maar alles went.
Ook samenleving 3.0 zal ooit eigen zijn. Normaal. We zijn eraan gewend geraakt, we zullen er niet meer verwonderd door zijn. Misschien wordt 3.0 wel zo eigen dat men zich weer gaat verbazen over 1.0 en dat weer zal omarmen. Zich weer zal verwonderen over boeken, het schrijven met een pen. Misschien zal men weer gelukkig worden van het afgesloten zijn. Niet meer connected aan het organisme 3.0 dat zich langzaam maar zeker uitbreidt tot een niet controleerbare entiteit. Op zoek naar de cultuur van weleer. En 1.0 zal 4.0 worden. Want wat eens oud was, kan weer nieuw worden.

De kabels zal hij uit zijn lijf, zijn hersenen, zijn wezen trekken Hij wil ontkoppeld zijn. Hij wil de wereld om hem heen zien, horen, ruiken, voelen. Hij zal met zijn vingertoppen langs alle muren gaan die hij passeert op weg naar die plek, waar hij zo lang geleden voor het laatst was. Hij was te verwonderd door het nieuwe, waardoor hij het oude was vergeten. Hij wil naar een plek waar zijn stem niet meetelt. Waar hij niet even belangrijk is als ieder ander en dus ook die verantwoordelijkheid moet te dragen. De zelfbeheersing behoort te hebben om steeds op een juiste manier te reageren, een constante stream van de juiste keuzes maken omdat je in de cloud zit. Want iedereen telt mee en iedereen heeft een stem. Vandaag niet. Hij zal het geel op wit belichte gebouw binnenlopen. Zijn jas afgeven in de garderobe en het kaartje in ontvangst nemen. Hij zal op zijn plek gaan zitten. Ook al ziet hij het niet perfect, hij zal niets zeggen. Vandaag is zijn stem niet belangrijk. Vandaag is haar stem belangrijk. Daar, op dat podium. Lichten uit, spot aan. En hij verwondert zich.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten